WISSELENDE ROLLEN

Richard is inhoudelijk betrokken bij projecten waar Nijestee ook aan werkt, zoals de nieuwe wijken Suikerzijde en HOLT, op de voormalige ALO-locatie in Corpus den Hoorn. De spreekwoordelijke stapel projecten op zijn bureau blijft groeien, vertelt hij. 'Toen ik hier vier jaar geleden binnenkwam was het druk, nu is het hectisch.'

Bij de Suikerzijde opereert de gemeente zij-aan-zij met Nijestee. Bij de ALO-locatie liggen de verhoudingen anders. 'Wij zijn daar formeel opdrachtgever, dat betekent dat we beiden moeten schakelen in de rollen die we innemen. Ons credo daarbij is: wees hard op de inhoud en zacht op de mens. We proberen, met behoud van onze persoonlijke relatie, scherp te zijn in de rolverdeling die we met elkaar afgesproken hebben.'

De gemeente Groningen is een grote opdrachtgever, die te maken heeft met allerlei opdrachtnemers. Hoe zie jij jullie rol? Opereert de gemeente vanuit een bepaalde visie?
'We zijn ons ervan bewust dat we bezig zijn met ingrepen die de stad voor pakweg de komende honderd jaar beïnvloeden. Daarom vinden we het, simpel gezegd, belangrijk dat de goeie dingen in de stad gebeuren. Daarbij gaat het over stedenbouwkundige kwaliteit, maar ook over wat je in de stad nodig hebt, op welk moment. Met dat in het achterhoofd nemen we als opdrachtgever een houding aan.'

'We hebben voor HOLT een mooi ontwerp gekregen. Maar zeggen we vervolgens: bel ons maar als we het lintje kunnen doorknippen? Of gaan we toch nog met elkaar kijken hoe het nog beter kan?'

Het afgelopen jaar kreeg Richard regelmatig een ontwikkelaar langs met het gouden idee voor een locatie in de stad. 'Maar we kiezen er bewust voor om niet een-op-een het gesprek aan te gaan met welke partij dan ook. Om te beginnen zijn we verplicht omvangrijke projecten aan te besteden, maar we willen daarnaast vooral zelf de regie houden bij de ontwikkeling van locaties.'

Als opdrachtgever sta je de ene keer aan de rand van een project, de andere keer zit je er middenin. Hoe kies je je positie?
'Wij willen ons in een projectteam vaak direct bemoeien met wat partners doen. Tegelijkertijd zijn we aan het experimenteren met wat er gebeurt als je een beetje afstand neemt. Als je je niet overál mee bemoeit.'

Is dat makkelijk?
'Nee.' Richard lacht. 'Daar zit wel een uitdaging in.' Hij maakt de vergelijking met opdrachtgeverschap op kleinere schaal. 'Als je je huis laat schilderen, kijk je twee keer of de schilder het snapt. Daarna neem je afstand, je gelooft dat het goedkomt. Zo is het voor ons ook zoeken naar de manier waarop we sturing geven aan een opdrachtnemer. Dat is af en toe lastig, want we willen er soms gewoon graag bovenop zitten.'

Wat gebeurt er als je iets uit handen geeft? Heb je een concreet voorbeeld van hoe dat uitpakte?
'Een ingewikkeld geval is de Zuidelijke Ringweg. Daar zijn we mede-opdrachtgever, we opereren min of meer naast de projectorganisatie. Ik merk dat we daar op afstand staan, terwijl we er eigenlijk af en toe dieper in zouden willen zitten om te kunnen kijken hoe de aannemer zijn werk uitvoert. Soms lukt dat, maar dat heeft als terugslag dat je je gaat mengen in keuzes die bij de aannemer liggen en waarvoor je vervolgens de rekening gepresenteerd krijgt.'

Bij de ontwikkelingen rondom de Grote Markt, met name Merckt en het WestCord Hotel, gaat het weer anders. De gemeente heeft hier geen opdrachtgevende rol, maar is wel nauw betrokken. 'Onze relatie met de ontwikkelende partijen is dusdanig dat wij kunnen sturen op de elementen die we belangrijk vinden. We hebben strenge eisen als het aankomt op de beeldkwaliteit, dat heeft zich daar vertaald in een aantal aanpassingen. Bij deze projecten bevinden we ons op de scheidslijn van 'betrokken' en 'erg betrokken'. Maar op het moment dat we een gezonde afstand houden, gaat het goed.'

'Het is goed om door te vragen, erachter te komen waarin een opdrachtnemer zich wil onderscheiden. Want er is bij elk project meer dan de financiële kant'

Bij de ontwikkeling van HOLT is de gemeente genoodzaakt haar eigen rol en positie als opdrachtgever opnieuw onder de loep te nemen. 'We hebben een hartstikke mooi ontwerp gekregen. Maar zeggen we vervolgens: ga maar aan de slag en bel ons maar als we het lintje kunnen doorknippen? Of gaan we toch nog met elkaar in gesprek om te kijken hoe het nog beter kan?'

Richards directie is gewend om op elk binnenkomend vraagstuk zelf het beste antwoord te gaan zoeken. 'We vinden het moeilijk om afstand te nemen, we komen graag een stapje dichterbij. Daarbij nemen we nog net niet het potlood over van degene die het plan tekent. Maar alleen een programma van eisen meegeven en vervolgens afwachten, dat doen we niet.' Het zoeken naar de balans tussen die twee uitersten is iets dat de gemeente bezighoudt. 'En eerlijk gezegd hoop ik dat dat voor de meeste opdrachtgevers zo is.'

Als grote opdrachtgever heb je een bepaalde positie ten opzichte van een opdrachtnemer. Zij zijn afhankelijk van jullie, maar jullie niet van hen. Merk je dat die verhouding invloed heeft op hoe eerlijk een opdrachtnemer tegen jullie durft te zijn? En krijgen ze de ruimte om bij jullie aan te kloppen als ze denken dat dingen anders kunnen?
'In eerste instantie zegt een opdrachtnemer vaak: wij willen de stad mooier maken. Daar komt vervolgens achteraan dat ze er ook een boterham aan willen verdienen. Soms gaat het gesprek daarna over wat echt belangrijk is voor dat bedrijf, wat hen drijft.'

Soms moet er gedurende een project bijgestuurd worden. In het ideale geval gebeurt dat op een manier die de opdrachtgever geen extra kosten oplevert, maar waarbij het werk voor de opdrachtnemer eenvoudiger wordt, beter gaat of financieel draaglijker wordt. 'Dat is best ingewikkeld. Als je als opdrachtgever al veel hebt moeten bijleggen, maar het voor de opdrachtnemer nog niet voldoende is, kom je in een moeilijke discussie terecht. Als het heel erg spannend wordt, is het soms zoeken naar waar je elkaar nog kunt vinden.'

Richard vermoedt dat het voor opdrachtnemers moeilijk is om echt eerlijk te zijn. 'En ze weten zich misschien geen raad met de vraag wat voor hen nou echt belangrijk is. Dan kom je al snel bij een obligaat antwoord uit. Maar wat is de kern? Waar liggen ze van wakker? Ik denk dat het goed is om door te vragen, erachter te komen waarin een opdrachtnemer zich wil onderscheiden. Want er is bij elk project meer dan de financiële kant.'

Binnen een gemeentelijke organisatie gebeuren dingen volgens een traditionele werkwijze en aan de hand van ingekaderde processen. Hoe hou je als opdrachtgever de balans tussen opereren zoals het moet en doen wat vanuit je gevoel belangrijk is?

Richard denkt lang na.
'Ik ga er eigenlijk van uit dat, als je precies weet hoe het moet, je ook weet hoe het anders kan. Dat je weet waar de ruimte zit om af te kunnen wijken. En dat je je bewust bent van wat daarvan eventueel de consequenties kunnen zijn. Dat zijn dingen waarin ik zelf zo af en toe wel het experiment wil opzoeken, in de manier waarop ik tot oplossingen kom. Binnen de regels of op de randen van de regels.'

'Als je precies weet hoe het moet, weet je ook hoe het anders kan. Waar de ruimte zit om af te kunnen wijken en wat daarvan eventueel de consequenties kunnen zijn'

Dat experiment is soms ook van toepassing op het aangaan van partnerschappen, in het bijzonder met woningcorporaties. 'De vraag is dan hoe je met elkaar durft te verkennen hoe je kunt samenwerken. De verschillende corporaties zijn, net als wij, een constante factor in de stad. In principe zijn we er gewoon voor altijd. Daarom hechten we belang aan een duurzame samenwerking. Maar wel eentje die af en toe een stootje moet kunnen hebben. Waarin je elkaar de waarheid durft te zeggen, maar elkaar ook goed weet te verstaan.'

Om goed samen te kunnen werken moet er niet alleen een partnerschap tussen organisaties zijn, maar ook een connectie van mens tot mens. Hoe goed moet je elkaar kennen als je samenwerkt?
'Dat verschilt haast per persoon. Maar ik ben ervan overtuigd dat samenwerken altijd met de menselijke factor te maken heeft, en met de verwachtingen van mensen onderling. Dat ervaar ik ook als opdrachtgever. Daarnaast moet je samen dingen meemaken, dat geldt opvallend genoeg vooral voor mannen. Zet een groep meisjes bij elkaar en ze gaan direct in gesprek. Jongens moeten eerst samen iets doen, om daarop te kunnen reflecteren, te proeven of de samenwerking klopt.'

Hoe belangrijk persoonlijke verhoudingen ook zijn, uiteindelijk is volgens Richard the proof of the pudding in the eating. 'Een goede relatie gaat hand in hand met het leveren op de inhoud. Voor alleen mooie praatjes doe je het niet. Uiteindelijk gaat het om de synergie, het begrip tussen mensen. Als dat goed zit, komen daar de mooiste dingen uit.'

Foto: Jeroen van Kooten

Tekst: Chris Zwart